Voor de virtuele zondagochtendpoëzietrofee met thema "en vanavond gaan we aan de paarse spruiten" op Pomgedichten deze spruit met een zilveren rand:
Zoals elke spruit
Zoals elke spruit een gedicht wil zijn
een beetje beetgaar naast de vink
op het bord ronddobberen tot hij
door de eetlezer gegrepen wordt
de greep zelf die erkenning is
voor zijn groen en lijdzaam bestaan
de smaak ervan bitter in de mond
gelegd terwijl hij zo zijn best doet
er zoetjesaan bij te horen
neemt de dichter hem niet eens in
bescherming en laat hem
wat hij in een woord is : kool, die het sop
waarin hij zwom met moeite waard is
maar uitgekookt als een voedzaam vers
©FT 19122014
Maankwartier
In Heerlen is het project Maankwartier ontwikkeld door Michel Huisman. Berichten erover in o.m. de Volkskrant brachten inspiratie voor een gedicht, inmiddels ook op Facebook te lezen ihkv een poëzieproject 5 dagen een gedicht plaatsen en 5 dichters vragen hetzelfde te doen.
Maankwartier
De avond onder schemer bedolven
van lieverlee uit slapen gegaan
lantaarntijd maar ik heb de maan
om bij te dromen
niet dat het schijnsel ontbreekt
ik stapel lichte steen op nog lichtere
tot een wering een vestingwerk
op gevoel omgebouwd tot een nest
omhang het met gulden regen
bogen hoe ze zich in wingerd wikkelen
een toegangspoort ontsluiten staketsels
stevig als stammen in een mijngang
ik knoop er een hangmat tussen stof
waar je in wegzakt en zo kwartier maakt
gooi er een doorzichtig dak boven
hemelbed voor de nachtwaker in mij
©FT 06102014
Lees het ook op de website van Maankwartier
Maankwartier
De avond onder schemer bedolven
van lieverlee uit slapen gegaan
lantaarntijd maar ik heb de maan
om bij te dromen
niet dat het schijnsel ontbreekt
ik stapel lichte steen op nog lichtere
tot een wering een vestingwerk
op gevoel omgebouwd tot een nest
omhang het met gulden regen
bogen hoe ze zich in wingerd wikkelen
een toegangspoort ontsluiten staketsels
stevig als stammen in een mijngang
ik knoop er een hangmat tussen stof
waar je in wegzakt en zo kwartier maakt
gooi er een doorzichtig dak boven
hemelbed voor de nachtwaker in mij
©FT 06102014
Lees het ook op de website van Maankwartier
Zevenendertig Eijldersdichters voor bijna niets
Op zondag 30 november 2014 is het zover, dan vindt de presentatie plaats van ‘Zevenendertig Eijldersdichters voor bijna niets’. De middag begint om 16 uur in café Eijlders.
De bundel zal er te koop zijn bij alle deelnemende dichters voor €6,-. Daar krijg je 110 gedichten voor, van elke dichter 3 gedichten. De bundel is een initiatief van Kees Godefrooij, die ook de verzorging deed.
Zevenendertig Eijldersdichters zijn:
Gerda Posthumus, Miriam Al, Lennert Ras, Conrad van de Weetering, Catelijne Beijst Lohoff,
Kees Godefrooij, Merik van der Torren, Aurora Guds, Harmen Malderik, Janny Mulder,
Martin van de Vijfeijke, Ria Westerhuis, Ronald M.Offerman, Erika De Stercke, Enno Paulusma,
Floor Voerman, Paul Roelofsen, Delia Bremer, Tonny Hollanders, Joop Scholten, Robin van Riel,
Geert Zomer, Frans Terken, Salima I.E.M. Senders, Martin Beversluis, Pierre Marechal,
Lykele Zwanenburg, Will van Sebille, Jako Fennek, John Zwart, Linda Maters, Loes Essen,
Hiltsje Jongsma, Willem Adelaar, Jos Zuijderwijk, Gerard Scharn en Paul Lokkerbol.
In deze bundel o.m. het gedicht Amor, in dit eerdere bericht te lezen.
De bundel zal er te koop zijn bij alle deelnemende dichters voor €6,-. Daar krijg je 110 gedichten voor, van elke dichter 3 gedichten. De bundel is een initiatief van Kees Godefrooij, die ook de verzorging deed.
Zevenendertig Eijldersdichters zijn:
Gerda Posthumus, Miriam Al, Lennert Ras, Conrad van de Weetering, Catelijne Beijst Lohoff,
Kees Godefrooij, Merik van der Torren, Aurora Guds, Harmen Malderik, Janny Mulder,
Martin van de Vijfeijke, Ria Westerhuis, Ronald M.Offerman, Erika De Stercke, Enno Paulusma,
Floor Voerman, Paul Roelofsen, Delia Bremer, Tonny Hollanders, Joop Scholten, Robin van Riel,
Geert Zomer, Frans Terken, Salima I.E.M. Senders, Martin Beversluis, Pierre Marechal,
Lykele Zwanenburg, Will van Sebille, Jako Fennek, John Zwart, Linda Maters, Loes Essen,
Hiltsje Jongsma, Willem Adelaar, Jos Zuijderwijk, Gerard Scharn en Paul Lokkerbol.
In deze bundel o.m. het gedicht Amor, in dit eerdere bericht te lezen.
OBA Open Podium 131
Op het Cultuurplein op de tweede etage in de OBA aan de Oosterdokskade 143 te Amsterdam treden op zaterdag 29 november 2014 voor u op onder voorbehoud:
Jolies Heij, Duo Menno van Dam, Lennert Ras, Frans Terken, Anneke Wasscher, Nienke Beukers, Ineke Remijnse, Til Schaap, Wim Hartog, Maria van Oorsouw, Lidwiene Vermeij en Robin Kerkhof
Het Open Podium is er voor iedereen die iets heeft met taal of poëzie.
Kom kijken en luisteren naar wat anderen ons te vertellen hebben.
U kunt hen ontmoeten en ook nog hun werk kopen.
Dit wordt de 131 ste keer.
Jos van Hest, de presentator, begint om 15.00 en gaat door tot 17.00.
Hij hanteert een willekeurige volgorde, maar degenen die op de lijst staan komen aan de beurt.
Gastvrouw deze maand is Riet Lamers
Hartelijke groeten,
Riet Lamers en Monique Groeneveld gastvrouwen,
Open Podium
Openbare Bibliotheek Amsterdam
Oosterdokskade 143
1011DL Amsterdam
Jolies Heij, Duo Menno van Dam, Lennert Ras, Frans Terken, Anneke Wasscher, Nienke Beukers, Ineke Remijnse, Til Schaap, Wim Hartog, Maria van Oorsouw, Lidwiene Vermeij en Robin Kerkhof
Het Open Podium is er voor iedereen die iets heeft met taal of poëzie.
Kom kijken en luisteren naar wat anderen ons te vertellen hebben.
U kunt hen ontmoeten en ook nog hun werk kopen.
Dit wordt de 131 ste keer.
Jos van Hest, de presentator, begint om 15.00 en gaat door tot 17.00.
Hij hanteert een willekeurige volgorde, maar degenen die op de lijst staan komen aan de beurt.
Gastvrouw deze maand is Riet Lamers
Hartelijke groeten,
Riet Lamers en Monique Groeneveld gastvrouwen,
Open Podium
Openbare Bibliotheek Amsterdam
Oosterdokskade 143
1011DL Amsterdam
Nieuwe serie met Jolies Heij : Honds genoegen
In het voorjaar van 2013 schreven Jolies Heij en ik Groot Rood Hart, een Heen en Weer dichtwerk. Lees de hele serie nog eens op Heen en Weer schrijven met Jolies Heij.
In het najaar bleef het bij één gedicht, het spreekt voor zich:
Een bed in de herfst
voor JH
Hadden wij niet al een herfstbed geboekt
waar jij mij droog van de zomer in wilde trekken
je ging er grommend en blazend je wensen
als een bevel in mijn handen leggen zei je
speelde je in de haast - ternauwernood ontsnapt
aan de kaken van een allesverslinder -
in een bitter kratermeer
de sleutel van de kamer kwijt
je riskeerde op de tocht het gevaar
van bacillen maar ze namen je te grazen
en ik stond daar met enkel een doek
voor het bloedend en hoestend hart
het hielp niet je voor alles te behoeden
nu lig je geveld tussen emmer & pot
de daver uit je lastige lijf te zweten
blijft de deur dit seizoen nog even op slot
©FT 15102013
Na het optreden bij Asher aan de Schie op 5 oktober j.l. is, mede n.a.v. de column die Jolies schreef op Pomgedichten, een nieuwe serie begonnen, met als titel: Honds genoegen. Lees de reeks voor zover gevorderd hieronder, of volg de serie via Pomgedichten:
Zondags dralen langs aanmeerplaatsen
Deze stad staat vol met pakhuizen
waar vader vroeger zijn sokken in
bewaarde en jij op je sloffen blokkendozen
beklom. Je verzon verhalen voor ieder paar.
Proosje aan de Schie maakt met pa haar
eigen wegwerpgebaar. Een wandelende jood
vertelt over zijn zwerftocht uit 1973.
Nooit voelde ik me zo verwant.
Het is zelfkant, ijdelheid, dat dingen
naar onvoorwaardelijkheid. De opgelapte
tand des tijds, waterwegen die asfalt
weigeren. Die poolse bruid voor wie
afstand niet telt. Jij bent mijn beproeving
mijn uiterste oefening in geduld.
Vacuüm wachtend op de hand ten dans
blaas ik vergeten vaten tot kathedralen.
©Jolies Heij
Hondsdagen
voor JH
Zoals zij hem in haar macht
begeert en honds behandelt
met kwispelstaart vastbinden
wil aan een antieke tafelpoot
tot op tong en bot afgericht
in een zeventiger jaren café
trouw maar onberekenbaar
je weet nooit wanneer hij bijt
het is een kunst om in musea
te bewaren tussen afdrukken
van een naoorlogse stroming
beeld na beeld zie je het dier in
eigen spiegelbeeld heet hijgend
naar vrijheid, de illusie ervan
©FT 07102014
Muilkorfloze nachten
voor FT
Maar weet je dan niet dat Sirius onder
is gegaan en Artemis haar hemel
heeft toegedekt. Jij wilde die staart
tussen de benen, de bliksem
uit de lucht. Heb ik je ooit gevraagd
om me als een ijsheilige te eren?
Ik hoef niet in een lijst noch
lijn ik jou aan mijn zij. Illusies
zijn als koudmerken te dicht op de
huid, spiegels sneeuwen tot blind.
De kunst is om de tong in te slikken
het bot te bewaren. De afdruk van
ons verbond in ons postzegelmuseum.
Het kerft al dieper. Je hoeft niet te
knielen of de halsband los. In de grond
zijn wij bijtend nederig en verraderlijk trots.
©Jolies Heij 091014
Jachtlust
voor JH
Wil jij van een jachthond een windkeffer
maken mijn neus blijft bij de grond
snuift je geur je spoor je voetstap
jou ruiken is de muilkorf voorbij
ik stuif achter de panden van je jas aan
hap naar de punt van je ceintuur je riem
als een veeg oogschaduw gewreven
uit de hoek van je prikkelende kijkers
ja ik lig af en zonder halsband aan je
voeten niet de tong uit de bek niet zo
hijgend en kwijlend als jij denkt alsof ik
in een run de trap op tot in je kamer met
laag het licht gordijn dicht als een lakzegel
je bed de mand om met mij te delen
©FT 10102014
De vos ontmaskerd
voor FT
Hoe graag zou ik je smaken
en toelaten in mijn koninkrijk van
dierenfabels en andere welriekende
biotopen. Doen alsof jij de eerste
schuinsmarcheerder bent. Ik heb
je al zo lang gekend. Vroeger droeg
je nog geen driedelig grijs, toen
hadden we het beest in ons kunnen
laten vieren. Nu heeft alles een
prijs. Ik zou je willen volgen
tot waar het begon, die oorsprong
in jouw zuidelijke dorp achter
de luiken. Nu trek ik enkel de
gordijnen dicht. Ik zwicht niet.
Ik denk aan jou als jongen zonder
peper en zout in het haar, zonder haar
die jou heeft afgericht. Niet omdat
maar zo: ik heb een gekrompen hart
waar enkel plaats is voor jou en niet
voor een vreemdeling. Hou me dichtbij.
©Jolies Heij 121014
Niet hondstrouw
voor JH
Niet hondstrouw daar heb ik een neus voor
zoals alles aan je beestenstreken heeft
ik kan een oog dichtknijpen en het
schuins zien maar het blijft wat het is
weet dat ik het grijs geruild heb voor zeven
kleuren toen ik het zuiden verliet voor de
noorderzon waaronder jij je dierenrijk bestiert
bij aankomst is de prijs betaald die jij bedong
en nog sluit je me buiten laat je me daar
rondstruinen ruik ik aan elke dorpel om
jouw geur op vreemdelingen buit te maken
ik zeg je er zijn betere bazen dan jij met je
opzwepende commando's geen andere poot
tussen de kier in de luiken dan die van mij
©FT 14102014
Mijn wereld tot buit
voor FT
Laten wij dan deze beestenboel verlaten
dat allesbehalve paradijs is met verzuurde
happen in vergrijsde wangen en bijten
naar alles wat beweegt achter de
dorpel ook al is het te goeder trouw.
Soms zijn mijn tanden bloot maar in
deze streken verbleken ze gauw
en is het juist het hart dat kleur
bekent. Mijn opzwepende commando’s
zijn voor degene die de zweep
weet te waarderen die de bazin
lik op stuk na stuk dat de luiken
springen. Kijk goed rond in mijn
wereld van hoogtezon en koudvuur.
De waakvlam staat aan. Je hebt alles.
Je hoeft alleen maar de bolster te ontpitten.
©Jolies Heij 161014
In het zadel
voor JH
Ik zadel het oorlogspaard en draaf je na
diep het woud in waar jij ondergedoken
als eertijds in de loopgraven slalom je
daar tussen zonnevlam en wondkoorts
trekt langs boomtoppen en bodemloze gaten
onderaardse gangen die ik uitpluis ik jaag
mijn rijdier over stronken en wortels zonder
zicht op waar jij je schuilhoudt je onderkomen
de speurhond in mij heeft je geur geroken
neus op het spoor ik zet er de tanden in
om de weg naar het hart te vinden
laat de zweep kou en duister uit de lucht
knallen en de bolster afpellen dat ik de pit vang
en polijsten kan in de palm van mijn hand
©FT 18102014
Rodeovaardig
voor FT
Als een speeldoospoppetje tol ik rond
in de handen van doordravende vaqueros
die genoegen nemen met de kruimels uit de
herfstige ruif en zich voeden met giftige
druiven van deze onherbergzame grond
kronkelend tussen stronken van lijven
die de paden plaveiden en de hondsneus
het werk lieten doen. De zweep is stuk
geknald de littekens boomringen in
mijn al te gekerfde onderkomen. Ik
ruk harten uit zo scherp van tongriem
maar rillend afwachtend in graven en
kuilen tot jij me vindt en de pitten van
jouw bolster plant. Je doet wel charmant
maar geeft het arme paard de sporen
dat het striemt tot het zich verloren verrent.
©Jolies Heij 281014
De paardensprong
voor JH
Dit is een machtig woud waar de bodem
van mijn hoop wortel schiet ik laat me leiden
door de gouden lichtinval naar open plekken
met een boerenhoeve een vervallen schuur
is al genoeg om daar jou te denken te voelen
maar nog geen spoor van je geur geen teken
van je doorschijnende lijf in deze wildernis
overwoekerd als alles is door je afwezigheid
het is twee stappen vooruit en een terug ga dan
opzij zei ik nog maar de hengst laat mismoedig zijn
hoofd hangen ik heb hem bij de halster moeten
nemen zijn kreupele gang brengt me niet dichter
bij jou en de hond jankt al drie dagen in de rondte
sta ik in dit ondermaanse dan helemaal alleen
©FT 29102014
Reisje langs de Rijn
voor FT
Geen bezonken wortels of blinde hoeven
meer maar aan de zwier op hangopa’s
goudbestikte schuit en alle wateren liggen open.
Zingen de dichters onder stralen van
klaterend bier, Deutschland bist du fier.
Flierefluitend met Ditmar en de wolf
in de kajuit, losbol Terk opgezweept tot
vogeltjesdansen terwijl het beugeltasje
van Ma druipend langs de kade schuimt.
We leren kruisknopen en zakdoekje
leggen, dichter na dichter komt mij nader.
Je zou eens een echte muze moeten zien
niet zo een van wie de lokken angstvallig
vastgebonden en in een lijst gedaan. Hoe was
ook alweer haar naam. Brunhilde springt uit
de ring. Als het bij Mannheim begint te waaien
wapperen alle verzen los. Soms denk ik aan
jou in dat verterkerde bos. Wees niet bang
voor de Loreley in al haar grillen. Laat de
teugels maar vieren. Vergaan kan altijd nog.
©Jolies Heij 011114
Als een zwerfhond
voor JH
Nog dool ik rond in ijzige bossen
aan de oevers van een reine rivier
vang ik in de verte de zang van minzieke
Sirenen klimt je lokroep erbovenuit
laat jij je verleiden door drinkende dichters
in leerbroek dansend op een goudgele slok
terwijl ik hier het bot van verlangen lik
geen vezel die ik niet gekloven heb bij
gebrek aan beter kots ik mijn maag mijn
hart leeg zo leeg zie jij de liefde laat je
de staart naar kwispelen hangen bij elke
tiran elke baas die jou tevreden blaft
als een zwerfhond achtergelaten wacht ik
op je wederkeer je kuiten om in te bijten
©FT 01112014
Drinkplaatsen inlijven
voor FT
Na al dat gefeest nu de terugkeer
naar de eigen harteklop. De woeste baren
tot stilstaand water. Daarover is het
beter lopen en voel je je veiliger
als het vroeger donker wordt. De woorden
ratelen niet meer zo maar liggen te
miezeren op het ven. Dat je bestaat
is mij al genoeg, mijn muze voor het
leven. Al zijn we elkaar even kwijt
en wie van ons lijdt eigenlijk het meest
onder het klappen van de zweep? Ik ben
zonder taal in jouw herfstige handen.
Ik volg jouw ritme, jouw hoefslag
sla je af, laat het me dan weten. Ik kom
je bij het ven weer tegen. Alleen jij
kunt mijn spiegelbeeld in stukken breken.
©Jolies Heij 021114
Een bed in de herfst 2
voor JH
Hoe je geur over het ven naar me toe drijft
hangen blijft in het hout van omgewaaide
bomen ik hak er planken van timmer een
tweede herfstbed waarin ik je kan neervlijen
dat de storm in jou is gaan liggen maakt het
water tussen ons begaanbaar een zweepslag
is genoeg om je nadering te aan te kondigen
in het ritselen van herfstblad sta ik woordloos
voor de waterspiegel waarin je beeltenis op-
duikt mijn muze een meermin gelijk zoals je
je benen ritmisch heen en weer beweegt
is het een gongslag die het glas stukslaat dat ik
voor jij wegzinkt je zachtmoedig bij de manen grijp
om jou - mijn donkerlokje - bij me te houden
©FT 03112014
Achter gepimpt glas
voor FT
In een opgestreken medaillon wil je me stoppen
voorgoed bevroren in die lijst. Geen
zwartwit donkerlokje wil ik zijn
maar een donderkopje met het nodige
chagrijn. Er is een woud dat ook ik
niet ken of beheers aan de andere kant
van de waterspiegel en buiten het grote
imagoboek onder dat opengesperde
oog van likebare omstanders met het
gezicht o zo heldhaftig in elkaar gezet.
Ken je deze mij wel, weet je van de rimpel
in mijn beeltenis het onvermogen
om vlinder te zijn de pissebedden
onder de planken waar mijn lokgeur
zich heeft neergevlijd? Sla het glas maar stuk
aanschouw wat er van me overblijft.
©Jolies Heij 051114
Geen heilige waar ik voor bid
voor JH
Denk van mijn liefde niet dat je de heilige
maagd in een medaillon om mijn nek bent
ook zonder gekleurde bril zie ik je zwalken
trekkebenend klauteren door het woud
vleugellam in je opgetrokken mondhoeken
hoe ze van donder en zuur vergeven
mijn longblaasjes schrik aanjagen de kou
die je uitwasemt als de lippen op een kier staan
als een koorknaap trillend boen ik het glas van
mijn hartenbeeld haastig onder handen genomen
breekt het valt je portret voor mijn voeten
in stukken ik zie ze als kakkerlakken wegschieten
nog naar adem happend raap ik de scherven
tussen de avondrode ramen waar ik je waan
©FT 05112014
Verlegen praaldansen
voor FT
Voor jou ben ik even een madonna maar
met heiligheid heb ik niets evenmin
als met de trekkenbenende en aan dildo’s
lurkende paalzangeres. Zij was de
koorknaap van de pastoor die met
stalen kruizen billen aan rafels sloeg
en zij maar tegen die paal oprijen.
Ik weet hoe ik je moet orgasmeren
maar in glijmiddelen ben ik verlegen
en onthand. Ik heb je niets te geven
dan mijn laatste restje verstand
voordat het in jouw waan tot avondrode
schemer verdampt. In vleugellamme wouden
is het beter toeven als je geen armslag
meer hebt. Kevers pantseren zich op poten
niet op de rug. Zo breekt het tenminste niet.
©Jolies Heij 081114
Een keeshond op achterste poten
voor JH
Met paal en naar pijpen dansen laten we
aan de anderen het is de hel die verweg ligt
achter de wouden nog waar je nooit komt
zo klaar bevroren is daar elke ademtocht
onthand ben je pas als je niet met mij
je gevoelens en verstand deelt geef je over
laat de weerstand varen niet als een keeshond
op achterste poten bokken tegen een zeer been
je pantser koester ik in sterkere handen
niet het breken maar het weken in
lauwwarm water zoals van tranen
van de madonna met pruisisch blauwe ogen
hoe zij het licht draagt door takkenbossen
heen schijnt het op je nakend albasten lijf
©FT 09112014
Neem al je toverballen terug
voor FT
Zou je ze durven zeggen, die woorden
van de koude grond die als gekleurde
toverballen in jou en mij begraven
of heb je liever het kleffe blad
onder de voeten, het roemloos van eigenaar
verwisselen? Zo lang ik dans hoef ik
enkel vrijplaatsen met brandgangen in te
richten met een drinknap voor de dorst
en een gebedsboek voor jouw zieleleven.
Mijn schatten bewaar ik in boomholtes waar
de schimmel niet komt. Mijn pruisische vaas
laat ik beter aan andere illusionisten na.
Als je het keffen bent verleerd neem dan
een albasten laken en wikkel daar
dit lijf in. Misschien vind je wat je
zoekt, durf naar de ossenhoorn te luisteren.
©Jolies Heij 131114
Café Blutgericht
voor JH
Dat ik alle ballen in de lucht houd
woorden tegen de zon blaf tot ze ontdooien
het is om bij jou te komen je dansende ziel
te halen uit de holte van een verrotte boom
hoe mijn gebeden al de lakens rimpelen
ik zie golven van kant aan het oppervlak
zeg niet dat je er niet bent voor mij
de vrijplaats houd ik met waxinelichtjes
warm het is de brandgangen ver voorbij in
Koningsbergen ga daar de deur door van het
oude café neem de trap naar boven waar een
eiken bed besmeerd met ossenbloed wacht
schenk ik frank en vrij de drank van het huis in
je pruisische vaas tot de lippen verzadigd
©FT 14112014
In een scherpslijpende luwte
voor FT
De lokroep van de ossenhoorn voorbij
moet ik verbloeid op Wodans wolken
rusten waar jij niet bij de teugels
kunt. Geef me drakenbloed om aan te
sterken het zand in de ogen om
mijn sporen uit te wissen. We beslaan
het raam met onze wodka-adem
we leiden pottenkijkers rond in een
eikenglanzende taal waarvan alleen wij
de houtworm kennen. Laat ze maar denken
dat we half aan half uit dat mijn water
aan jouw lippen het einde van de
storm inluidt. Je tekent een naam op de
kaart en beeld je in dat daar Sint Petersburg
ligt, opgejaagd tot waar de wolf de zon
verslindt en het café tot aan de knieën
in opkruiend ijs. Laat ons wakken slijpen
duik en hou je adem in. Laat het bloed
op lippen verstijven. Wacht gerust tot
er palmtakken groeien uit onze lijven.
©Jolies Heij 201114
Voorafgaand aan het slotgedicht van deze serie schreef Jolies nog een tussendoordicht,
lees het hieronder:
Intermezzo zonder zoutvaatje
In afwezigheid van FT
Nu ik je teruggefloten heb dat we elkaar
achter matglazen deuren kunnen begluren:
alleen de contouren schemeren nog geil.
We trekken van hier naar daar
met diezelfde woorden als blaren op de
lippen. Ik hield altijd van het peper
en het zout, ik viel op alles wat oud
me mijn eigen voorland liet zien.
Kringloop is alleen in jouw taal
een dilemma, jouw zachte g schurend
tegen mijn vuilbekkerij. Mag ik jouw
schandknaap zijn? Degene die jouw
directeursstatus van hondsdolheid voorziet?
Waar gaat dit heen, voor winterslaap
is het te laat. Vader trekt naar de
dikke berg voor een beter uitzicht
ik hou het bij mijn eigen sluimerendlustige
staat. Dat ik jouw jaren niet kan halen
werpt een natuurlijke drempel tussen
ons in. Ik volg je graag in Facebookverhalen.
©Jolies Heij 151114
In het najaar bleef het bij één gedicht, het spreekt voor zich:
Een bed in de herfst
voor JH
Hadden wij niet al een herfstbed geboekt
waar jij mij droog van de zomer in wilde trekken
je ging er grommend en blazend je wensen
als een bevel in mijn handen leggen zei je
speelde je in de haast - ternauwernood ontsnapt
aan de kaken van een allesverslinder -
in een bitter kratermeer
de sleutel van de kamer kwijt
je riskeerde op de tocht het gevaar
van bacillen maar ze namen je te grazen
en ik stond daar met enkel een doek
voor het bloedend en hoestend hart
het hielp niet je voor alles te behoeden
nu lig je geveld tussen emmer & pot
de daver uit je lastige lijf te zweten
blijft de deur dit seizoen nog even op slot
©FT 15102013
Na het optreden bij Asher aan de Schie op 5 oktober j.l. is, mede n.a.v. de column die Jolies schreef op Pomgedichten, een nieuwe serie begonnen, met als titel: Honds genoegen. Lees de reeks voor zover gevorderd hieronder, of volg de serie via Pomgedichten:
Zondags dralen langs aanmeerplaatsen
Deze stad staat vol met pakhuizen
waar vader vroeger zijn sokken in
bewaarde en jij op je sloffen blokkendozen
beklom. Je verzon verhalen voor ieder paar.
Proosje aan de Schie maakt met pa haar
eigen wegwerpgebaar. Een wandelende jood
vertelt over zijn zwerftocht uit 1973.
Nooit voelde ik me zo verwant.
Het is zelfkant, ijdelheid, dat dingen
naar onvoorwaardelijkheid. De opgelapte
tand des tijds, waterwegen die asfalt
weigeren. Die poolse bruid voor wie
afstand niet telt. Jij bent mijn beproeving
mijn uiterste oefening in geduld.
Vacuüm wachtend op de hand ten dans
blaas ik vergeten vaten tot kathedralen.
©Jolies Heij
Hondsdagen
voor JH
Zoals zij hem in haar macht
begeert en honds behandelt
met kwispelstaart vastbinden
wil aan een antieke tafelpoot
tot op tong en bot afgericht
in een zeventiger jaren café
trouw maar onberekenbaar
je weet nooit wanneer hij bijt
het is een kunst om in musea
te bewaren tussen afdrukken
van een naoorlogse stroming
beeld na beeld zie je het dier in
eigen spiegelbeeld heet hijgend
naar vrijheid, de illusie ervan
©FT 07102014
Muilkorfloze nachten
voor FT
Maar weet je dan niet dat Sirius onder
is gegaan en Artemis haar hemel
heeft toegedekt. Jij wilde die staart
tussen de benen, de bliksem
uit de lucht. Heb ik je ooit gevraagd
om me als een ijsheilige te eren?
Ik hoef niet in een lijst noch
lijn ik jou aan mijn zij. Illusies
zijn als koudmerken te dicht op de
huid, spiegels sneeuwen tot blind.
De kunst is om de tong in te slikken
het bot te bewaren. De afdruk van
ons verbond in ons postzegelmuseum.
Het kerft al dieper. Je hoeft niet te
knielen of de halsband los. In de grond
zijn wij bijtend nederig en verraderlijk trots.
©Jolies Heij 091014
Jachtlust
voor JH
Wil jij van een jachthond een windkeffer
maken mijn neus blijft bij de grond
snuift je geur je spoor je voetstap
jou ruiken is de muilkorf voorbij
ik stuif achter de panden van je jas aan
hap naar de punt van je ceintuur je riem
als een veeg oogschaduw gewreven
uit de hoek van je prikkelende kijkers
ja ik lig af en zonder halsband aan je
voeten niet de tong uit de bek niet zo
hijgend en kwijlend als jij denkt alsof ik
in een run de trap op tot in je kamer met
laag het licht gordijn dicht als een lakzegel
je bed de mand om met mij te delen
©FT 10102014
De vos ontmaskerd
voor FT
Hoe graag zou ik je smaken
en toelaten in mijn koninkrijk van
dierenfabels en andere welriekende
biotopen. Doen alsof jij de eerste
schuinsmarcheerder bent. Ik heb
je al zo lang gekend. Vroeger droeg
je nog geen driedelig grijs, toen
hadden we het beest in ons kunnen
laten vieren. Nu heeft alles een
prijs. Ik zou je willen volgen
tot waar het begon, die oorsprong
in jouw zuidelijke dorp achter
de luiken. Nu trek ik enkel de
gordijnen dicht. Ik zwicht niet.
Ik denk aan jou als jongen zonder
peper en zout in het haar, zonder haar
die jou heeft afgericht. Niet omdat
maar zo: ik heb een gekrompen hart
waar enkel plaats is voor jou en niet
voor een vreemdeling. Hou me dichtbij.
©Jolies Heij 121014
Niet hondstrouw
voor JH
Niet hondstrouw daar heb ik een neus voor
zoals alles aan je beestenstreken heeft
ik kan een oog dichtknijpen en het
schuins zien maar het blijft wat het is
weet dat ik het grijs geruild heb voor zeven
kleuren toen ik het zuiden verliet voor de
noorderzon waaronder jij je dierenrijk bestiert
bij aankomst is de prijs betaald die jij bedong
en nog sluit je me buiten laat je me daar
rondstruinen ruik ik aan elke dorpel om
jouw geur op vreemdelingen buit te maken
ik zeg je er zijn betere bazen dan jij met je
opzwepende commando's geen andere poot
tussen de kier in de luiken dan die van mij
©FT 14102014
Mijn wereld tot buit
voor FT
Laten wij dan deze beestenboel verlaten
dat allesbehalve paradijs is met verzuurde
happen in vergrijsde wangen en bijten
naar alles wat beweegt achter de
dorpel ook al is het te goeder trouw.
Soms zijn mijn tanden bloot maar in
deze streken verbleken ze gauw
en is het juist het hart dat kleur
bekent. Mijn opzwepende commando’s
zijn voor degene die de zweep
weet te waarderen die de bazin
lik op stuk na stuk dat de luiken
springen. Kijk goed rond in mijn
wereld van hoogtezon en koudvuur.
De waakvlam staat aan. Je hebt alles.
Je hoeft alleen maar de bolster te ontpitten.
©Jolies Heij 161014
In het zadel
voor JH
Ik zadel het oorlogspaard en draaf je na
diep het woud in waar jij ondergedoken
als eertijds in de loopgraven slalom je
daar tussen zonnevlam en wondkoorts
trekt langs boomtoppen en bodemloze gaten
onderaardse gangen die ik uitpluis ik jaag
mijn rijdier over stronken en wortels zonder
zicht op waar jij je schuilhoudt je onderkomen
de speurhond in mij heeft je geur geroken
neus op het spoor ik zet er de tanden in
om de weg naar het hart te vinden
laat de zweep kou en duister uit de lucht
knallen en de bolster afpellen dat ik de pit vang
en polijsten kan in de palm van mijn hand
©FT 18102014
Rodeovaardig
voor FT
Als een speeldoospoppetje tol ik rond
in de handen van doordravende vaqueros
die genoegen nemen met de kruimels uit de
herfstige ruif en zich voeden met giftige
druiven van deze onherbergzame grond
kronkelend tussen stronken van lijven
die de paden plaveiden en de hondsneus
het werk lieten doen. De zweep is stuk
geknald de littekens boomringen in
mijn al te gekerfde onderkomen. Ik
ruk harten uit zo scherp van tongriem
maar rillend afwachtend in graven en
kuilen tot jij me vindt en de pitten van
jouw bolster plant. Je doet wel charmant
maar geeft het arme paard de sporen
dat het striemt tot het zich verloren verrent.
©Jolies Heij 281014
De paardensprong
voor JH
Dit is een machtig woud waar de bodem
van mijn hoop wortel schiet ik laat me leiden
door de gouden lichtinval naar open plekken
met een boerenhoeve een vervallen schuur
is al genoeg om daar jou te denken te voelen
maar nog geen spoor van je geur geen teken
van je doorschijnende lijf in deze wildernis
overwoekerd als alles is door je afwezigheid
het is twee stappen vooruit en een terug ga dan
opzij zei ik nog maar de hengst laat mismoedig zijn
hoofd hangen ik heb hem bij de halster moeten
nemen zijn kreupele gang brengt me niet dichter
bij jou en de hond jankt al drie dagen in de rondte
sta ik in dit ondermaanse dan helemaal alleen
©FT 29102014
Reisje langs de Rijn
voor FT
Geen bezonken wortels of blinde hoeven
meer maar aan de zwier op hangopa’s
goudbestikte schuit en alle wateren liggen open.
Zingen de dichters onder stralen van
klaterend bier, Deutschland bist du fier.
Flierefluitend met Ditmar en de wolf
in de kajuit, losbol Terk opgezweept tot
vogeltjesdansen terwijl het beugeltasje
van Ma druipend langs de kade schuimt.
We leren kruisknopen en zakdoekje
leggen, dichter na dichter komt mij nader.
Je zou eens een echte muze moeten zien
niet zo een van wie de lokken angstvallig
vastgebonden en in een lijst gedaan. Hoe was
ook alweer haar naam. Brunhilde springt uit
de ring. Als het bij Mannheim begint te waaien
wapperen alle verzen los. Soms denk ik aan
jou in dat verterkerde bos. Wees niet bang
voor de Loreley in al haar grillen. Laat de
teugels maar vieren. Vergaan kan altijd nog.
©Jolies Heij 011114
Als een zwerfhond
voor JH
Nog dool ik rond in ijzige bossen
aan de oevers van een reine rivier
vang ik in de verte de zang van minzieke
Sirenen klimt je lokroep erbovenuit
laat jij je verleiden door drinkende dichters
in leerbroek dansend op een goudgele slok
terwijl ik hier het bot van verlangen lik
geen vezel die ik niet gekloven heb bij
gebrek aan beter kots ik mijn maag mijn
hart leeg zo leeg zie jij de liefde laat je
de staart naar kwispelen hangen bij elke
tiran elke baas die jou tevreden blaft
als een zwerfhond achtergelaten wacht ik
op je wederkeer je kuiten om in te bijten
©FT 01112014
Drinkplaatsen inlijven
voor FT
Na al dat gefeest nu de terugkeer
naar de eigen harteklop. De woeste baren
tot stilstaand water. Daarover is het
beter lopen en voel je je veiliger
als het vroeger donker wordt. De woorden
ratelen niet meer zo maar liggen te
miezeren op het ven. Dat je bestaat
is mij al genoeg, mijn muze voor het
leven. Al zijn we elkaar even kwijt
en wie van ons lijdt eigenlijk het meest
onder het klappen van de zweep? Ik ben
zonder taal in jouw herfstige handen.
Ik volg jouw ritme, jouw hoefslag
sla je af, laat het me dan weten. Ik kom
je bij het ven weer tegen. Alleen jij
kunt mijn spiegelbeeld in stukken breken.
©Jolies Heij 021114
Een bed in de herfst 2
voor JH
Hoe je geur over het ven naar me toe drijft
hangen blijft in het hout van omgewaaide
bomen ik hak er planken van timmer een
tweede herfstbed waarin ik je kan neervlijen
dat de storm in jou is gaan liggen maakt het
water tussen ons begaanbaar een zweepslag
is genoeg om je nadering te aan te kondigen
in het ritselen van herfstblad sta ik woordloos
voor de waterspiegel waarin je beeltenis op-
duikt mijn muze een meermin gelijk zoals je
je benen ritmisch heen en weer beweegt
is het een gongslag die het glas stukslaat dat ik
voor jij wegzinkt je zachtmoedig bij de manen grijp
om jou - mijn donkerlokje - bij me te houden
©FT 03112014
Achter gepimpt glas
voor FT
In een opgestreken medaillon wil je me stoppen
voorgoed bevroren in die lijst. Geen
zwartwit donkerlokje wil ik zijn
maar een donderkopje met het nodige
chagrijn. Er is een woud dat ook ik
niet ken of beheers aan de andere kant
van de waterspiegel en buiten het grote
imagoboek onder dat opengesperde
oog van likebare omstanders met het
gezicht o zo heldhaftig in elkaar gezet.
Ken je deze mij wel, weet je van de rimpel
in mijn beeltenis het onvermogen
om vlinder te zijn de pissebedden
onder de planken waar mijn lokgeur
zich heeft neergevlijd? Sla het glas maar stuk
aanschouw wat er van me overblijft.
©Jolies Heij 051114
Geen heilige waar ik voor bid
voor JH
Denk van mijn liefde niet dat je de heilige
maagd in een medaillon om mijn nek bent
ook zonder gekleurde bril zie ik je zwalken
trekkebenend klauteren door het woud
vleugellam in je opgetrokken mondhoeken
hoe ze van donder en zuur vergeven
mijn longblaasjes schrik aanjagen de kou
die je uitwasemt als de lippen op een kier staan
als een koorknaap trillend boen ik het glas van
mijn hartenbeeld haastig onder handen genomen
breekt het valt je portret voor mijn voeten
in stukken ik zie ze als kakkerlakken wegschieten
nog naar adem happend raap ik de scherven
tussen de avondrode ramen waar ik je waan
©FT 05112014
Verlegen praaldansen
voor FT
Voor jou ben ik even een madonna maar
met heiligheid heb ik niets evenmin
als met de trekkenbenende en aan dildo’s
lurkende paalzangeres. Zij was de
koorknaap van de pastoor die met
stalen kruizen billen aan rafels sloeg
en zij maar tegen die paal oprijen.
Ik weet hoe ik je moet orgasmeren
maar in glijmiddelen ben ik verlegen
en onthand. Ik heb je niets te geven
dan mijn laatste restje verstand
voordat het in jouw waan tot avondrode
schemer verdampt. In vleugellamme wouden
is het beter toeven als je geen armslag
meer hebt. Kevers pantseren zich op poten
niet op de rug. Zo breekt het tenminste niet.
©Jolies Heij 081114
Een keeshond op achterste poten
voor JH
Met paal en naar pijpen dansen laten we
aan de anderen het is de hel die verweg ligt
achter de wouden nog waar je nooit komt
zo klaar bevroren is daar elke ademtocht
onthand ben je pas als je niet met mij
je gevoelens en verstand deelt geef je over
laat de weerstand varen niet als een keeshond
op achterste poten bokken tegen een zeer been
je pantser koester ik in sterkere handen
niet het breken maar het weken in
lauwwarm water zoals van tranen
van de madonna met pruisisch blauwe ogen
hoe zij het licht draagt door takkenbossen
heen schijnt het op je nakend albasten lijf
©FT 09112014
Neem al je toverballen terug
voor FT
Zou je ze durven zeggen, die woorden
van de koude grond die als gekleurde
toverballen in jou en mij begraven
of heb je liever het kleffe blad
onder de voeten, het roemloos van eigenaar
verwisselen? Zo lang ik dans hoef ik
enkel vrijplaatsen met brandgangen in te
richten met een drinknap voor de dorst
en een gebedsboek voor jouw zieleleven.
Mijn schatten bewaar ik in boomholtes waar
de schimmel niet komt. Mijn pruisische vaas
laat ik beter aan andere illusionisten na.
Als je het keffen bent verleerd neem dan
een albasten laken en wikkel daar
dit lijf in. Misschien vind je wat je
zoekt, durf naar de ossenhoorn te luisteren.
©Jolies Heij 131114
Café Blutgericht
voor JH
Dat ik alle ballen in de lucht houd
woorden tegen de zon blaf tot ze ontdooien
het is om bij jou te komen je dansende ziel
te halen uit de holte van een verrotte boom
hoe mijn gebeden al de lakens rimpelen
ik zie golven van kant aan het oppervlak
zeg niet dat je er niet bent voor mij
de vrijplaats houd ik met waxinelichtjes
warm het is de brandgangen ver voorbij in
Koningsbergen ga daar de deur door van het
oude café neem de trap naar boven waar een
eiken bed besmeerd met ossenbloed wacht
schenk ik frank en vrij de drank van het huis in
je pruisische vaas tot de lippen verzadigd
©FT 14112014
In een scherpslijpende luwte
voor FT
De lokroep van de ossenhoorn voorbij
moet ik verbloeid op Wodans wolken
rusten waar jij niet bij de teugels
kunt. Geef me drakenbloed om aan te
sterken het zand in de ogen om
mijn sporen uit te wissen. We beslaan
het raam met onze wodka-adem
we leiden pottenkijkers rond in een
eikenglanzende taal waarvan alleen wij
de houtworm kennen. Laat ze maar denken
dat we half aan half uit dat mijn water
aan jouw lippen het einde van de
storm inluidt. Je tekent een naam op de
kaart en beeld je in dat daar Sint Petersburg
ligt, opgejaagd tot waar de wolf de zon
verslindt en het café tot aan de knieën
in opkruiend ijs. Laat ons wakken slijpen
duik en hou je adem in. Laat het bloed
op lippen verstijven. Wacht gerust tot
er palmtakken groeien uit onze lijven.
©Jolies Heij 201114
Voorafgaand aan het slotgedicht van deze serie schreef Jolies nog een tussendoordicht,
lees het hieronder:
Intermezzo zonder zoutvaatje
In afwezigheid van FT
Nu ik je teruggefloten heb dat we elkaar
achter matglazen deuren kunnen begluren:
alleen de contouren schemeren nog geil.
We trekken van hier naar daar
met diezelfde woorden als blaren op de
lippen. Ik hield altijd van het peper
en het zout, ik viel op alles wat oud
me mijn eigen voorland liet zien.
Kringloop is alleen in jouw taal
een dilemma, jouw zachte g schurend
tegen mijn vuilbekkerij. Mag ik jouw
schandknaap zijn? Degene die jouw
directeursstatus van hondsdolheid voorziet?
Waar gaat dit heen, voor winterslaap
is het te laat. Vader trekt naar de
dikke berg voor een beter uitzicht
ik hou het bij mijn eigen sluimerendlustige
staat. Dat ik jouw jaren niet kan halen
werpt een natuurlijke drempel tussen
ons in. Ik volg je graag in Facebookverhalen.
©Jolies Heij 151114
Zondagdichtmiddag Café Eijlders
Op 18 en 19 oktober een weekend vol poëzie in café Eijlders.
Na de presentatie op 18 oktober van de bundel 13 Amsterdamse dichters op zondagmiddag 19 oktober de welbekende Eijlders dichtmiddag. Aanvang plusminus 16.00 uur. Deze maand is de presentatie in handen van Kees Godefrooij.
Ter info voor dichters en bezoekers: op deze zondag is ook de Amsterdam marathon bezig is.
Voor bijna niets
Kees Godefrooij start de serie 'voor bijna niets'. Een van de bundels is '13 Amsterdamse dichters voor bijna niets', dichters die allen iets met Amsterdam hebben, wonen ze er niet dan komen ze er graag en houden van deze stad doen ze allemaal. De deelnemers - op alfabetische volgorde van de achternaam - zijn: J.C. Aachenende, Loes Essen, Kees Godefrooij, Aurora Guds, Gerdin Linthorst, Simon Mulder, Ronald M. Offerman, Gerda Posthumus, Paul Roelofsen, Joop Scholten, Frans Terken, Martin van de Vijfeijke en Jos Zuijderwijk.
Presentatie op zaterdag 18 oktober om 15.00 uur op de historische gronden van Cafe Eijlders.
De bundel is te koop voor €3,- bij alle aanwezige dichters.
Lees ook wat Joop Leibrand schrijft in Meander.
Thema van deze bundel is : grote stadscultuur. Ik schreef hiervoor:
Waar de stad
Nader je de stad gaat de brug open
niet zomaar mag je erin
alsof je er niet klaar voor bent
verderop onder een poort fietsers
passanten die de doorgang versperren
zoeken zij richting misschien vertier
koffie en koek bier op een terras
koopjesjacht in een warenhuis
of ander werk dat lege uren vermomt
lezen ze een getal op een gevelsteen
onthutst alsof het een rampjaar is
zo oud al het gekrakeel en gewemel
je slaat een hoek om loopt een steeg in
leest nummers en namen deuren ramen
oplichtend als witregels in een gedicht
waar de stad maanziek op palen rust
straten bundelt om in rond te dwalen
op zoek hoe je bij haar binnenkomt
©FT 08092014
De bundel is te koop voor €3,- bij alle aanwezige dichters.
Lees ook wat Joop Leibrand schrijft in Meander.
Thema van deze bundel is : grote stadscultuur. Ik schreef hiervoor:
Waar de stad
Nader je de stad gaat de brug open
niet zomaar mag je erin
alsof je er niet klaar voor bent
verderop onder een poort fietsers
passanten die de doorgang versperren
zoeken zij richting misschien vertier
koffie en koek bier op een terras
koopjesjacht in een warenhuis
of ander werk dat lege uren vermomt
lezen ze een getal op een gevelsteen
onthutst alsof het een rampjaar is
zo oud al het gekrakeel en gewemel
je slaat een hoek om loopt een steeg in
leest nummers en namen deuren ramen
oplichtend als witregels in een gedicht
waar de stad maanziek op palen rust
straten bundelt om in rond te dwalen
op zoek hoe je bij haar binnenkomt
©FT 08092014
Asher aan de Schie
Breekpunt 1914
Op de tentoonstelling '1914 Breekpunt in de geschiedenis' in de Haagse Kunstkring zijn werken en poëzie bij elkaar gebracht; samenwerking en wederzijdse inspiratie tussen kunstenaars en schrijvers/dichters is een van de doelstellingen van de Kunstkring.
De resultaten van de samenwerking zijn hier te lezen.
Het werk Ruimte 1 / 4 van Louis de Leeuwe bracht ook mij inspiratie, voor het gedicht 'Breekpunt 1914'. Vanmiddag de uitloop van de tentoonstelling en ontmoeting met Louis.
Breekpunt 1914
Aan ruimte geen gebrek op
de slagvelden van weleer
wij sloopten de bomen toen al
geen huis geen boerenwoning meer stond
keken weg in geulen die de grond spleten
laag na laag geen dekking in de loopgraaf
hoe de loop van geweer en kanon
de loop van geschiedenis schreef
ogen aan de oppervlakte geraakt
als van een vliegeniersbril in prikkeldraad gevallen
leegte tussen kuilen hier en daar de hopen
niemandsland dat zich met chloorgas uitwreef
je sleept het geheugen in een tas
een buidel achter je aan maar de hoop
hoop, nee
hoogstens met gewonde hand gezaaid
©FT 15092014
'Breekpunt 1914' gelezen voor Louis de Leeuwe
(foto: Edith de Gilde)
De resultaten van de samenwerking zijn hier te lezen.
Het werk Ruimte 1 / 4 van Louis de Leeuwe bracht ook mij inspiratie, voor het gedicht 'Breekpunt 1914'. Vanmiddag de uitloop van de tentoonstelling en ontmoeting met Louis.
Breekpunt 1914
Aan ruimte geen gebrek op
de slagvelden van weleer
wij sloopten de bomen toen al
geen huis geen boerenwoning meer stond
keken weg in geulen die de grond spleten
laag na laag geen dekking in de loopgraaf
hoe de loop van geweer en kanon
de loop van geschiedenis schreef
ogen aan de oppervlakte geraakt
als van een vliegeniersbril in prikkeldraad gevallen
leegte tussen kuilen hier en daar de hopen
niemandsland dat zich met chloorgas uitwreef
je sleept het geheugen in een tas
een buidel achter je aan maar de hoop
hoop, nee
hoogstens met gewonde hand gezaaid
©FT 15092014
'Breekpunt 1914' gelezen voor Louis de Leeuwe
(foto: Edith de Gilde)
De Haarlemse Dichtlijn-op-tournee: Buitenplaats Beeckestijn
Deze zomer is er op Buitenplaats Beeckestijn (Velsen Zuid) een tentoonstelling in het park met follies van tien gerenommeerde kunstenaars: Maze de Boer, Frank Havermans, Fransje Killaars, Job Koelewijn, Jean Bernard Koeman, Gabriel Lester, Leonard van Munster, Berend Strik, Giny Vos en Chikako Watanabe. Een folly [dwaasheid] is een wonderlijk bouwwerk dat met opzet nutteloos of bizar is. Dergelijke gebouwen zonder functie waren in de 18de eeuw een rage onder Engelse landgoedeigenaren.
Met dichterlijke vrijheden op zondagmiddag 14 september, monumentendag; die middag treden bij elk kunstwerk dichters van De Haarlemse Dichtlijn op, o.a. met: Jan Kal, Sylvia Hubers, Joop Scholten, Meliza de Vries, Simon Mulder, Frans Terken en Marten Janse.
Lees voor meer informatie de website van Buitenplaats Beeckestijn hier.
Joop en Frans lezen uit 'Dichterbij dan dit kom je niet', bij de folly van Fransje Killaars: "een sculptuur van een groot rechthoekig tapijt met op elke hoek een beeld" ahw een landschap met koolzaadvelden.
Met dichterlijke vrijheden op zondagmiddag 14 september, monumentendag; die middag treden bij elk kunstwerk dichters van De Haarlemse Dichtlijn op, o.a. met: Jan Kal, Sylvia Hubers, Joop Scholten, Meliza de Vries, Simon Mulder, Frans Terken en Marten Janse.
Lees voor meer informatie de website van Buitenplaats Beeckestijn hier.
Joop en Frans lezen uit 'Dichterbij dan dit kom je niet', bij de folly van Fransje Killaars: "een sculptuur van een groot rechthoekig tapijt met op elke hoek een beeld" ahw een landschap met koolzaadvelden.
Poëzie gaat door
Op zaterdag 13 september a.s. is van 16:30 tot 19:30 in Den Engel,
Willem de Zwijgerlaan 50, 2582 ER Den Haag "Poëzie gaat door",
met de dichters;
Mahmoud Alnajar
Noning
Muriël Kasmin
Mark Boninsegna
Frans Terken
na het vaste programma is er open podium voor iedereen die iets voor wil dragen.
presentatie; Peter Groen / Pieter Gravekamp
Voordracht in de tuin van Den Engel
(foto: Marjon van der Vegt)
Willem de Zwijgerlaan 50, 2582 ER Den Haag "Poëzie gaat door",
met de dichters;
Mahmoud Alnajar
Noning
Muriël Kasmin
Mark Boninsegna
Frans Terken
na het vaste programma is er open podium voor iedereen die iets voor wil dragen.
presentatie; Peter Groen / Pieter Gravekamp
Voordracht in de tuin van Den Engel
(foto: Marjon van der Vegt)
Eijlders, Uitmarkt en de Kring
Na de Uitmarkt bij Eijlders met Dichters van Eijlders op Pad naar sociëteit de Kring; dinsdagavond 9 september 20.30.
Met Kees Godefrooij, Robin Veen, Jeannine Winklaar, Catelijne Beijst, Aurora Guds, Joris van Wonder, Ron Hamming, Pom Wolff, Joop Scholten, Erica de Stercke, Frans Terken, Ronald M. Offerman en Michiel van Rooij.
Daarna is er muziek van de Burning Burrito's.
De Amsterdamse Uitmarkt komt er weer aan! Zaterdag 30 augustus is er ook bij Eijlders Uitmarkt, hebben we een drukke dag met een erg vol programma.
Van 14.00 tot 19.00 uur komt de crème de la crème van artiesten/dichters/toneelspelers/singer-songwriters enz, enz die regelmatig bij Eijlders acte de présence geven, hun kunnen vertonen op ons prachtige podium. Mis het niet.
Programma van de Eijlders uitmarkt:
14.00 uur Arie van Egmond zang/piano
14.30 dichters
15.00 Pieter Klop piano met zangeres Mik Kruijswijck.
15.30 Dichters
16.00 Ger Belmer singer/songwriter
16.30 Dichters en,
Theatergroep Troost speelt scenes van “Doek ‘
Met Bregje Hermans en Richard Greve
17.00 Wim Janzen accordeon
17.30 Dichters en,
Theatergroep Troost spelen scenes van “Cloaca”
Met Michael Hueber en Rocco van Loenen
18.00 De dichter en de stem, Peter WJ Brouwer en Michael Abspoel,
spelen en zingen scenes uit hun avondvullende programma “Overleven met Brel“.
Presentatie Michiel van Rooij.
Organisatie Ronald M.Offerman en Martin Wiersma.
Met Kees Godefrooij, Robin Veen, Jeannine Winklaar, Catelijne Beijst, Aurora Guds, Joris van Wonder, Ron Hamming, Pom Wolff, Joop Scholten, Erica de Stercke, Frans Terken, Ronald M. Offerman en Michiel van Rooij.
Daarna is er muziek van de Burning Burrito's.
De Amsterdamse Uitmarkt komt er weer aan! Zaterdag 30 augustus is er ook bij Eijlders Uitmarkt, hebben we een drukke dag met een erg vol programma.
Van 14.00 tot 19.00 uur komt de crème de la crème van artiesten/dichters/toneelspelers/singer-songwriters enz, enz die regelmatig bij Eijlders acte de présence geven, hun kunnen vertonen op ons prachtige podium. Mis het niet.
Programma van de Eijlders uitmarkt:
14.00 uur Arie van Egmond zang/piano
14.30 dichters
15.00 Pieter Klop piano met zangeres Mik Kruijswijck.
15.30 Dichters
16.00 Ger Belmer singer/songwriter
16.30 Dichters en,
Theatergroep Troost speelt scenes van “Doek ‘
Met Bregje Hermans en Richard Greve
17.00 Wim Janzen accordeon
17.30 Dichters en,
Theatergroep Troost spelen scenes van “Cloaca”
Met Michael Hueber en Rocco van Loenen
18.00 De dichter en de stem, Peter WJ Brouwer en Michael Abspoel,
spelen en zingen scenes uit hun avondvullende programma “Overleven met Brel“.
Presentatie Michiel van Rooij.
Organisatie Ronald M.Offerman en Martin Wiersma.
Mevrouw Schrijftaal en "Naar zee"
Wilma van den Akker, ook bekend als Mevrouw Schrijftaal, schreef het gedicht Naar zee, "een gedicht over een vrouw die naar zee gaat; het loopt, zoals verwacht, anders dan verwacht".
Met beschrijving van wat er niet in het gedicht terecht kwam.
Een en ander was voor mij aanleiding om een Teruggedicht te schrijven: Terug van zee. Lees Naar zee van Wilma, als ook Terug van zee.
Bezoek ook de site van Mevrouw Schrijftaal.
Naar zee
Op een winderig perron naar zee
verlangen, wedden dat die anders is
weg van het scherm, laat de kou
langs je vel vliegen, voeten afrollen
landen op steen en zand, wedden?
Aan de Geversweg staat
een kaartjesautomaat
voor onze kostbare natuur
denken dat je een specht hoort
klopt niet, is een helikopter
die pokpokpok zegt
Verdwuinen in de dalen door leugenachtige paddestoelen
die zwart op wit kilometers liegen dat hun hoed barst
maar ik zal verdomme dat zand tussen mijn tenen voelen
Aan zee is het verschrikkelijk
mooi. Zilver op de golven, wolken
mensen en schelpen verspreid
een enkele bakker, een baby speelt
met een vogelveer, wolken groeien
iedereen trekt iets aan en gaat terug
(wat ik hier heb weggelaten omdat het niet geschikt is om in een gedicht te vermelden en niemand dat wil lezen, wie leest er trouwens gedichten maar dat terzijde, zijn de roodgloeidend geschuurde binnendijen die een vrouw van gewicht krijgt als ze lang gaat lopen, zeker als ze zo dom is om in een rokje te verdwalen. De enige oplossing in mijn tas was labello, dat hielp even. Verder had ik goed voor mezelf gezorgd hoor, een flesje water, boterhammen en een banaan meegenomen)
© Wilma van den Akker
Terug van zee
voor W.
Zo’n dag dat je het lastig krijgt
je ruikt de zee maar ook IJmuiden
vangt wind in een te dunne jurk
beeft van die zilveren aanblik maar
laat de kustlijn niet begaan
je legt je naam in schelpen neer
dat je weet dat je hier geweest bent
hoeveel water je zal wassen en
wil dwalen over je verlegen huid
graaft een kuil maar voor een ander
het zand schuurt van binnen de dijen
gloeiend rood als een ondergaande zon
hoe goed je ook voor jezelf zorgt
en nog zie je geen weerschijn
geen oorschelp die zich openvouwt
alleen een leegte diep achter duin
en dijk sijpelt hij langzaam vol
verlangen naar een tweede stem
©FT 15082014
Met beschrijving van wat er niet in het gedicht terecht kwam.
Een en ander was voor mij aanleiding om een Teruggedicht te schrijven: Terug van zee. Lees Naar zee van Wilma, als ook Terug van zee.
Bezoek ook de site van Mevrouw Schrijftaal.
Naar zee
Op een winderig perron naar zee
verlangen, wedden dat die anders is
weg van het scherm, laat de kou
langs je vel vliegen, voeten afrollen
landen op steen en zand, wedden?
Aan de Geversweg staat
een kaartjesautomaat
voor onze kostbare natuur
denken dat je een specht hoort
klopt niet, is een helikopter
die pokpokpok zegt
Verdwuinen in de dalen door leugenachtige paddestoelen
die zwart op wit kilometers liegen dat hun hoed barst
maar ik zal verdomme dat zand tussen mijn tenen voelen
Aan zee is het verschrikkelijk
mooi. Zilver op de golven, wolken
mensen en schelpen verspreid
een enkele bakker, een baby speelt
met een vogelveer, wolken groeien
iedereen trekt iets aan en gaat terug
(wat ik hier heb weggelaten omdat het niet geschikt is om in een gedicht te vermelden en niemand dat wil lezen, wie leest er trouwens gedichten maar dat terzijde, zijn de roodgloeidend geschuurde binnendijen die een vrouw van gewicht krijgt als ze lang gaat lopen, zeker als ze zo dom is om in een rokje te verdwalen. De enige oplossing in mijn tas was labello, dat hielp even. Verder had ik goed voor mezelf gezorgd hoor, een flesje water, boterhammen en een banaan meegenomen)
© Wilma van den Akker
Terug van zee
voor W.
Zo’n dag dat je het lastig krijgt
je ruikt de zee maar ook IJmuiden
vangt wind in een te dunne jurk
beeft van die zilveren aanblik maar
laat de kustlijn niet begaan
je legt je naam in schelpen neer
dat je weet dat je hier geweest bent
hoeveel water je zal wassen en
wil dwalen over je verlegen huid
graaft een kuil maar voor een ander
het zand schuurt van binnen de dijen
gloeiend rood als een ondergaande zon
hoe goed je ook voor jezelf zorgt
en nog zie je geen weerschijn
geen oorschelp die zich openvouwt
alleen een leegte diep achter duin
en dijk sijpelt hij langzaam vol
verlangen naar een tweede stem
©FT 15082014
Huishouden
Afgelopen weekend op Pomgedichten aandacht voor de enige echte virtuele huishoudtrofee – ook wel de - ach je ziet spokentrofee – genoemd.
Dit naar aanleiding van de brede maatschappelijke discussie die Pom deze week voerde over strijken, het strijkprobleem, de berg was die maar niet kleiner wilde worden. Spoken of strijken, of huishouden, hoe houdt u eigenlijk huis? Op de pom kunt u niet genoeg huishouden weest daarvan verzekerd, schreef hij. Mijn bijdrage, met het commentaar van Pom (goed voor virtueel goud, zie ook Pomgedichten):
In de kreukels
Niet veel hoger dan de strijkplank kwam je
maar deelde wel de lakens uit
hield met een vinger het bankje open
waarin het speelgoed werd vergaard
we kregen een schort voor
als we verven gingen
met de vingers natuurlijk
voor kwasten vonden we geen geld
gebruikten daarom oude potten
krabben tot op de bodem was het
en meestal zonder buit
dan wreven we ons jonge bloed
strekte jij de wijsvinger en wees terecht
als ik buiten de lijntjes kleurde
de kreukels die ik gladstreek
als jij je leugens had geuit
© FT 15082014
Dit naar aanleiding van de brede maatschappelijke discussie die Pom deze week voerde over strijken, het strijkprobleem, de berg was die maar niet kleiner wilde worden. Spoken of strijken, of huishouden, hoe houdt u eigenlijk huis? Op de pom kunt u niet genoeg huishouden weest daarvan verzekerd, schreef hij. Mijn bijdrage, met het commentaar van Pom (goed voor virtueel goud, zie ook Pomgedichten):
In de kreukels
Niet veel hoger dan de strijkplank kwam je
maar deelde wel de lakens uit
hield met een vinger het bankje open
waarin het speelgoed werd vergaard
we kregen een schort voor
als we verven gingen
met de vingers natuurlijk
voor kwasten vonden we geen geld
gebruikten daarom oude potten
krabben tot op de bodem was het
en meestal zonder buit
dan wreven we ons jonge bloed
strekte jij de wijsvinger en wees terecht
als ik buiten de lijntjes kleurde
de kreukels die ik gladstreek
als jij je leugens had geuit
© FT 15082014
Dichters van Eijlders in Museum van Loon
Zondagmiddag, 20 juli 2014, Dichters van Eijlders in de tuin van Museum van Loon.
Ik las het gedicht uit de bundel die voor Museum van Loon gemaakt is, Thora lezend ; tevens het gedicht In het voorbijgaan (waarover ik van Anneke Wasscher hoorde dat het op 11 juli gepubliceerd is op de FBbladzijde van Het mooiste gedicht, waarvoor dank), tot slot het gedicht Amor; ontstaan tijdens de dichtersmiddag van maart in Eijlders, inspirerend als altijd, met o.m. 'geleende' woorden van mededichters, Lisan Lauvenberg (L.) en Koos Hagen (K.), de 1e versie ter plekke geschreven op een bierviltje, poëzie in een cirkel
Op verzoek het gedicht ook hieronder.
Amor
Zoals het leven een cirkel is
schuim glijdt over de rand van het glas
dat als een oog naar je kijkt
het leert je meer te durven dan je denkt dat je durft
zoals L. zegt het is het hart dat het werk doet
hoe gelukkig te zijn gretig en geil te worden
uit liefde opstijgen
en van de liefde de loopgraaf
je hebt nog een hoop te doen om tot elkaar te komen
het vuur van de verovering te branden
de hand die de hand grijpt en aan de borst drukt
het is het feest van herkenning als we om elkaar heen
draaien wervelen op de stroom van water en wind
de sterren (van K.) naar beneden pratend
ik die bij de scharen sliep verknipte zo bijna mijn leven
dat ik tot de rand ging om er samen overheen te vallen
de cirkel te sluiten
de stip van begin is de punt aan het eind
© FT 16032014 (Eijlders)
Ik las het gedicht uit de bundel die voor Museum van Loon gemaakt is, Thora lezend ; tevens het gedicht In het voorbijgaan (waarover ik van Anneke Wasscher hoorde dat het op 11 juli gepubliceerd is op de FBbladzijde van Het mooiste gedicht, waarvoor dank), tot slot het gedicht Amor; ontstaan tijdens de dichtersmiddag van maart in Eijlders, inspirerend als altijd, met o.m. 'geleende' woorden van mededichters, Lisan Lauvenberg (L.) en Koos Hagen (K.), de 1e versie ter plekke geschreven op een bierviltje, poëzie in een cirkel
Op verzoek het gedicht ook hieronder.
Amor
Zoals het leven een cirkel is
schuim glijdt over de rand van het glas
dat als een oog naar je kijkt
het leert je meer te durven dan je denkt dat je durft
zoals L. zegt het is het hart dat het werk doet
hoe gelukkig te zijn gretig en geil te worden
uit liefde opstijgen
en van de liefde de loopgraaf
je hebt nog een hoop te doen om tot elkaar te komen
het vuur van de verovering te branden
de hand die de hand grijpt en aan de borst drukt
het is het feest van herkenning als we om elkaar heen
draaien wervelen op de stroom van water en wind
de sterren (van K.) naar beneden pratend
ik die bij de scharen sliep verknipte zo bijna mijn leven
dat ik tot de rand ging om er samen overheen te vallen
de cirkel te sluiten
de stip van begin is de punt aan het eind
© FT 16032014 (Eijlders)
Junigedicht in Westerpark
Op zondag 15 juni 2014 is JUNIGEDICHT, een poëzieavontuur in het Westerpark te Amsterdam, persoonlijke ontmoetingen met 40 dichters.
13.00 - 15.00 uur
Dichter bij beeld
Twintig dichters dragen hun gedicht voor bij een van de beeldende kunstwerken die het park rijk is. De helft ervan is geïnspireerd op de markante beelden van Herbert Nouwens.
De dichters zijn: Tsead Bruinja, Joost Baars, Jos van Hest, Everdina W. Eilander, Anne Nederkoorn, Wendela de Vos, Simon Mulder, Vicky en Kelly Breemen, Nafiss Nia, Frans Terken, Juan Tajes, Mariet Lems, Will van Sebille, Robin Veen, Salima I.E.M. Senders, Tony Hollanders, Gökhan Aksoy, Maarten Emanuel Stok, Annemarie Kuster, Ibrahim Selman.
bij een beeld van Peter Erftemeijer
14.00 - 16.00 uur
Ik ben een berk
Kinderen en ouders zijn welkom op de picknickweide om een gedicht te schrijven onder leiding van dichter Jacques Brooijmans.
15.00 - 17.00 uur
Dichters in het gras
Ruim twintig bekende en onbekende dichters zitten verspreid door het park en dragen voor uit eigen werk. Met medewerking van de volgende dichters: Baban Kirkuki, Diana Ozon, Co Woudsma, Joyce Hes, Judy Elfferich, Gerda Posthumus, Paul Roelofsen, Jeannine Winklaar, Jos Zuijderwijk, Kees Godefrooij, Lydia Dalmijn, Michiel van Rooij, Marjet Cliteur, Koos Hagen, Peter Prins, Ton Huizer, Aurora Guds, Martin van de Vijfeijke, Philip Rozema, Edith de Gilde, Monica de Ruiter, Sabine Kars, Merik van der Torren, Ronald M. Offerman, F. Starik.
Poëzie en eten
Tussen de gedichten door kan het publiek zich tegoed doen aan lekker eten op de NeighbourFood Market.
Juni Gedicht is gratis toegankelijk en wordt mogelijk gemaakt door Stadsdeel West, Studio 239 en School der Poëzie.
Singer
Fotograaf Lilith Love leverde onder haar eigen naam Henriette van Gasteren voor de wedstrijd Zelfportretten bij AVRO's Kunstuur de foto 'Singer, 2012'.
Met deze prachtige foto won ze de publieksprijs, hij inspireerde mij tot het onderstaande gedicht. Haar andere foto 'Mystifier, 2013' werd tweede bij de Juryprijs. De foto's waren tot dit weekend nog te zien in VondelCS, het voormalige Filmmuseum in het Vondelpark.
Voor meer informatie en foto's zie Lilith Love
Met deze prachtige foto won ze de publieksprijs, hij inspireerde mij tot het onderstaande gedicht. Haar andere foto 'Mystifier, 2013' werd tweede bij de Juryprijs. De foto's waren tot dit weekend nog te zien in VondelCS, het voormalige Filmmuseum in het Vondelpark.
Voor meer informatie en foto's zie Lilith Love
Singer
Het licht streelt de rug
hoe het met de hand gestrikt is
naadloos past het de huid
geweven in het zachtste zijde
te vinden op dit gestolen uur
met voetendans aangedreven
beklimt het traploos de ruimte
verkent tot in de kieren
bezielt is een beter woord
en vlecht er draden onder
een twee spoelen die stemband
spelen en vanzelf gaan zingen
in het oog van de naald het hart
dat zuurstofrijk bloed stuurt
naar de punt van lens en pen
© FT 01052014
Haarlemse Dichtlijn 2014
Op Hemelvaartsdag, donderdag 29 mei, zijn er weer 100 dichters te beluisteren bij de Haarlemse Dichtlijn. De opening wordt dit jaar verzorgd door Ellen Deckwitz bij de Bibliotheek Zuid-Kennemerland aan de Gasthuisstraat 32. Aanvang 12.00 uur.
Zie het hele programma hier
In de bundel De Haarlemse Dichtlijn 2014 is opgenomen Bitterzoet
Zie het hele programma hier
In de bundel De Haarlemse Dichtlijn 2014 is opgenomen Bitterzoet
Café Eijlders
Pasen, altijd een feest van en met wederopstanding, voor dichters in Eijlders ook deze dag een plek om zich te verheffen. Dat deed ondergetekende met o.m. Joop Scholten en Jolies Heij. Mooie gelegenheid ook om uit 'groot rood hart' te lezen, en de bundel te promoten.
En de laatste 6 gedichten uit de dichtwisseling van Joop en Frans (nrs. 102 t/m 107).
Lees ook wat reportesse Hanna de Zeeuw schreef op Pomgedichten, waar het 'groot rood hart' begon: eenmalig deze middag: Jolies en de lentejongens.
Met als toegift het gedicht dat ik onlangs schreef voor presentator, en juryvoorzitter op Pomgedichten, mede oud-Limburger Michiel van Rooij:
Tussen dank en drank
Het is de passie van nooit buigen
knipmes met een zachte kant
niet dat het hout hoeft te snijden
maar de kop staat er zo mooi op
mannetje m.*) zoals we dat zeiden
tegen wie beter dacht te weten
- die klopt hier op verkeerde deur -
staat als een boom in zijn lente
het sap in de stam deelt hij met ons
stamelende bladluizen die elk vers
blad naar eigen smaak bevreten
dat wij daarmee de glazen vullen
in elk jaargetij dat voorbijkomt
als maar de -r- is in de maand
© FT 28032014
*) mannetje m. te lezen als 'menneke m.'
Voor foto's van deze middag, van Andreas Strubin : zie Café Eijlders
En de laatste 6 gedichten uit de dichtwisseling van Joop en Frans (nrs. 102 t/m 107).
Lees ook wat reportesse Hanna de Zeeuw schreef op Pomgedichten, waar het 'groot rood hart' begon: eenmalig deze middag: Jolies en de lentejongens.
Met als toegift het gedicht dat ik onlangs schreef voor presentator, en juryvoorzitter op Pomgedichten, mede oud-Limburger Michiel van Rooij:
Tussen dank en drank
Het is de passie van nooit buigen
knipmes met een zachte kant
niet dat het hout hoeft te snijden
maar de kop staat er zo mooi op
mannetje m.*) zoals we dat zeiden
tegen wie beter dacht te weten
- die klopt hier op verkeerde deur -
staat als een boom in zijn lente
het sap in de stam deelt hij met ons
stamelende bladluizen die elk vers
blad naar eigen smaak bevreten
dat wij daarmee de glazen vullen
in elk jaargetij dat voorbijkomt
als maar de -r- is in de maand
© FT 28032014
*) mannetje m. te lezen als 'menneke m.'
Voor foto's van deze middag, van Andreas Strubin : zie Café Eijlders
Amsterdam Outsider Art
Op zondag 13 april vindt bij Galerie Outsider Art Outsider Dichters & Schrijvers plaats.
Deze middag staan o.m. de volgende dichters op het programma: Merik van de Torren, Mirjam Al,
Lennart Ras, Aurora Guds, Kees Godefrooij, Jolies Heij en Frans Terken.
Jolies en Frans lezen uit 'groot rood hart', de bundel die ze vorig voorjaar samen schreven.
De bundel is sinds deze middag te verkrijgen, mail hiervoor naar het contactadres.
Het adres van Amsterdam Outsider Art is Nieuwe Keizersgracht 1a. Aanvang 14.00 uur.
Voor info over Amsterdam Outsider Art zie amsterdam-outsider-art.nl
De omslag van de bundel:
Deze middag staan o.m. de volgende dichters op het programma: Merik van de Torren, Mirjam Al,
Lennart Ras, Aurora Guds, Kees Godefrooij, Jolies Heij en Frans Terken.
Jolies en Frans lezen uit 'groot rood hart', de bundel die ze vorig voorjaar samen schreven.
De bundel is sinds deze middag te verkrijgen, mail hiervoor naar het contactadres.
Het adres van Amsterdam Outsider Art is Nieuwe Keizersgracht 1a. Aanvang 14.00 uur.
Voor info over Amsterdam Outsider Art zie amsterdam-outsider-art.nl
De omslag van de bundel:
De Kemmel
Gent - Wevelgem, weer koers over de Kemmelberg. Na 2012, lees ook hier, en 2013 de bijdrage voor dit jaar op Pomgedichten, voorbeschouwing en verslag vanuit de koers.
De Kemmel V
Het jaar dat Tom het leven even tegen heeft
gaat het er dan toch van komen
dat hij alle leed trapt uit het getergde lijf
of is het weer Fabian of Nikki die
met Geraint of Sep de buit verdeelt
vlak Deeg ook niet uit hij bakt ze bruin
tot het te heet is om hem te eten
het is kijken in ongewisse verte
maar o Kemmel waar zijn zij
de vrouwen die zwetend vanaf Ieper
wapperend met blonde staart
vooraf de weg schoonvegen
was ik maar de zadelpunt
tussen haar gespierde dijen
De Kemmel VI
Schonkig draaien ze linksop
god wat gaan die reten ritmisch
in galop omhoog zo hier en daar
valt er een langzaam stil
kijkt me al vertwijfeld aan
alsof een aai een duw van mijn hand
bij haar het verschil kan maken
het is het tandje te klein
na Kemmel door naar Dikkebus
daar voorbij op naar De Klijte
zingen zinderend de wieltjes voort
en ik die parels zweet en ze van
nek en voorhoofd veeg hijg verder
achter fietsen en feiten aan
De Kemmel VII
Dat ze daar achterin lustig zitten
bij te trappen het is erom vragen
ze zetten al druk van achteruit
en alle aandacht voor Kemmel 2
andermaal veel valpartijen
ja het is van dat ze er van gaan liggen
raken in rammel rustig buiten schot
en kijk wie er tegen het kantje hangt
het is de hoop op afscheiding
daar pakt hij op kop de lastige bocht
nog wat knechten die het gat laten vallen
en daar is de zwarte met een plan
je ziet al dat er weer een verachtert
wat C. deed mocht gezien worden
en toch deze mannen hebben geen keuze
je zit met deze en ook met die en die
je moet gaan als het stil gaat vallen
hier de storm naar Ieper er zit er een die is katrap
dus eten drinken en wij werken niet
nog meer volk dat terugkomt
alles op de laatste sprint
gaan de mannen nu pas komen
als er niets gebeurt dan is hem klaar
en kijk eens naar die dijen verdorie
gaan ze ze nog pakken of niet
en jongens jongens weer een val
twee topsprinters ze liggen er link bij
je krijgt meteen een andere koers
Menen uit naar de Vanackerestraat
even corrigeren dan is ie nog kwiek
Devolder vol het is echt knokken
om het wiel te houden
nog even en ze brengen ze terug
daar komen ze wat gaat het snel nu
het is een volmaakte trein ze gaan
ze te grazen nemen onder de vod
wie kan daar nog tempo maken
oh daar gaan ze weer tegen de grond
het is het kopje erbij houden
er gaat er een binnendoor maar daar
is Demare nee Degenkolb ja
Degenkolb jaaaa en Sep op drie
© FT 30032014
(uiteindelijk bleek Sep Vanmarcke 4e, na Peter Sagan)
De Kemmel V
Het jaar dat Tom het leven even tegen heeft
gaat het er dan toch van komen
dat hij alle leed trapt uit het getergde lijf
of is het weer Fabian of Nikki die
met Geraint of Sep de buit verdeelt
vlak Deeg ook niet uit hij bakt ze bruin
tot het te heet is om hem te eten
het is kijken in ongewisse verte
maar o Kemmel waar zijn zij
de vrouwen die zwetend vanaf Ieper
wapperend met blonde staart
vooraf de weg schoonvegen
was ik maar de zadelpunt
tussen haar gespierde dijen
De Kemmel VI
Schonkig draaien ze linksop
god wat gaan die reten ritmisch
in galop omhoog zo hier en daar
valt er een langzaam stil
kijkt me al vertwijfeld aan
alsof een aai een duw van mijn hand
bij haar het verschil kan maken
het is het tandje te klein
na Kemmel door naar Dikkebus
daar voorbij op naar De Klijte
zingen zinderend de wieltjes voort
en ik die parels zweet en ze van
nek en voorhoofd veeg hijg verder
achter fietsen en feiten aan
De Kemmel VII
Dat ze daar achterin lustig zitten
bij te trappen het is erom vragen
ze zetten al druk van achteruit
en alle aandacht voor Kemmel 2
andermaal veel valpartijen
ja het is van dat ze er van gaan liggen
raken in rammel rustig buiten schot
en kijk wie er tegen het kantje hangt
het is de hoop op afscheiding
daar pakt hij op kop de lastige bocht
nog wat knechten die het gat laten vallen
en daar is de zwarte met een plan
je ziet al dat er weer een verachtert
wat C. deed mocht gezien worden
en toch deze mannen hebben geen keuze
je zit met deze en ook met die en die
je moet gaan als het stil gaat vallen
hier de storm naar Ieper er zit er een die is katrap
dus eten drinken en wij werken niet
nog meer volk dat terugkomt
alles op de laatste sprint
gaan de mannen nu pas komen
als er niets gebeurt dan is hem klaar
en kijk eens naar die dijen verdorie
gaan ze ze nog pakken of niet
en jongens jongens weer een val
twee topsprinters ze liggen er link bij
je krijgt meteen een andere koers
Menen uit naar de Vanackerestraat
even corrigeren dan is ie nog kwiek
Devolder vol het is echt knokken
om het wiel te houden
nog even en ze brengen ze terug
daar komen ze wat gaat het snel nu
het is een volmaakte trein ze gaan
ze te grazen nemen onder de vod
wie kan daar nog tempo maken
oh daar gaan ze weer tegen de grond
het is het kopje erbij houden
er gaat er een binnendoor maar daar
is Demare nee Degenkolb ja
Degenkolb jaaaa en Sep op drie
© FT 30032014
(uiteindelijk bleek Sep Vanmarcke 4e, na Peter Sagan)
Gouden missie
Afgelopen weekend op Pomgedichten de virtuele – voor wie of wat zullen we deze week nou weer eens de vlag uitsteken - trofee.
Dat deed ik voor Queen Ireen, vanwege haar:
Gouden missie
Zoals zij rondes rijdt van 28 laag
elke slag in volkomen cadans
en wij uitzinnig langs de kant
staan haar vooruit te schreeuwen
weer in een missie geslaagd
ritst zij met een glimlach het pak open
om de stoom ruimte te geven
het draagt zoveel vorm en inhoud
een greep naar de driekleur
rond het door en door getrainde lijf
de victorie pontificaal uitgedragen
scanderen wij dat de borst zwelt
koningin kan er maar een zijn
het kan enkel Ireen zijn
© FT 07032014
Geen goud, maar toch een mooi commentaar.
En een reactie van de 'Queen' zelf: 'Hahaha cool dank je'
Dat deed ik voor Queen Ireen, vanwege haar:
Gouden missie
Zoals zij rondes rijdt van 28 laag
elke slag in volkomen cadans
en wij uitzinnig langs de kant
staan haar vooruit te schreeuwen
weer in een missie geslaagd
ritst zij met een glimlach het pak open
om de stoom ruimte te geven
het draagt zoveel vorm en inhoud
een greep naar de driekleur
rond het door en door getrainde lijf
de victorie pontificaal uitgedragen
scanderen wij dat de borst zwelt
koningin kan er maar een zijn
het kan enkel Ireen zijn
© FT 07032014
Geen goud, maar toch een mooi commentaar.
En een reactie van de 'Queen' zelf: 'Hahaha cool dank je'
Teer van de ziel geschraapt
Nog eens Pomgedichten afgelopen weekend , voor de "– nou daar zullen dichters écht nooit over schrijven hoor – trofee".
Als niet roker onderstaande bijdrage verzorgd, vanuit de gedachte: roken doe je of doe je niet, maar erover schrijven? Dus toch.
Het bleek een Gouden greep, met dank aan Michiel van Rooij, en Pom uiteraard, die nooit in rook opgaat, er altijd weer bovenuit stijgt.
Buiten de rookruimte
Binnen ben ik in nevelen gevangen
in lussen hangen dampende gedaanten
gasten als geesten uit rook gekringeld
de doorzetters van het asbakkenras
met een kort lontje lopen ze vuurspuwend
en gaten brandend in hun jas een vacht
hun erfenis de verstikkende steentijd
doodstrijd die hijgend is ingezet
ik ruim de vuile peuken de asresten
met een schuiver ril van de huiver
in een schril hoestend herenlijf
een manwijf dat ik op de rug klop
long na long raap ik bijeen en
leg ze buiten om in alle rust uit te blazen
© FT 21022014
Als niet roker onderstaande bijdrage verzorgd, vanuit de gedachte: roken doe je of doe je niet, maar erover schrijven? Dus toch.
Het bleek een Gouden greep, met dank aan Michiel van Rooij, en Pom uiteraard, die nooit in rook opgaat, er altijd weer bovenuit stijgt.
Buiten de rookruimte
Binnen ben ik in nevelen gevangen
in lussen hangen dampende gedaanten
gasten als geesten uit rook gekringeld
de doorzetters van het asbakkenras
met een kort lontje lopen ze vuurspuwend
en gaten brandend in hun jas een vacht
hun erfenis de verstikkende steentijd
doodstrijd die hijgend is ingezet
ik ruim de vuile peuken de asresten
met een schuiver ril van de huiver
in een schril hoestend herenlijf
een manwijf dat ik op de rug klop
long na long raap ik bijeen en
leg ze buiten om in alle rust uit te blazen
© FT 21022014
Motief bij passie en verlangen
Op Pomgedichten was het zondagochtendthema 'tong me dat mijn longen scheuren - ik wil lucht en land te klein trofee'; een beetje passie, een beetje verlangen mogen we wel vragen van u in dit weer, schreef Pom.
Hij kreeg van mij onderstaand gedicht, een forse bewerking van een gedicht uit 1971, dat onlangs bij opruiming van het bureau boven water kwam.
Motief
Met het motief van haar jurk
komt de trein aan
het kind dat zij was op haar arm
plukt haren om niet te zwaaien
zwaait toch omdat het feest is
naar ballonnen een suikerspin
sirooplimonade in een tuitbeker
en slingers die ik om moeder hang
ik lees het voor over de nacht
van duim in de mond en ogen dicht
dromen over trein en ijsco’s
vertel niet hoe ons waken een feest is
als ik het hoofd leg op moeders buik
de lippen proef en in haar schoot
het licht schroef uit de dag
© FT hz08022014
Hij kreeg van mij onderstaand gedicht, een forse bewerking van een gedicht uit 1971, dat onlangs bij opruiming van het bureau boven water kwam.
Motief
Met het motief van haar jurk
komt de trein aan
het kind dat zij was op haar arm
plukt haren om niet te zwaaien
zwaait toch omdat het feest is
naar ballonnen een suikerspin
sirooplimonade in een tuitbeker
en slingers die ik om moeder hang
ik lees het voor over de nacht
van duim in de mond en ogen dicht
dromen over trein en ijsco’s
vertel niet hoe ons waken een feest is
als ik het hoofd leg op moeders buik
de lippen proef en in haar schoot
het licht schroef uit de dag
© FT hz08022014
Poëziecafé in de Posthoorn
Dichters in beeld 2
In Café Eijlders hangen tot 1 maart a.s. de (kunst)werken van 8 dichters aan de wand.
Mijn bijdrage, in handschrift het gedicht dat ik schreef voor Jurre & Marjo, vanwege als ook voor hun nieuwe woning.
Elzenhagen
Zoals het stuk grond er doelloos bij lag
onontgonnen trok ik het de huid af
looide tot het zich keerde en leer was
repen scheurde ik sneed er vakken van
stapelde kamers voor bewoning
opende een raam dat de wind brutaal
uit de hand blies ik vroeg aan de lucht
behoedzaam te zijn als in dubbel glas
het besloeg van de tocht mijn ogen
waterdamp ik schreef er een nu in
het waste verleden weg een vroeger
dat al in het wrijven vervormde
zich uitvouwde en in de stenen trok
optrok tot het stond tegenover de doden
het leven van deze dag in dit vertrek
het nieuwe dat zich nestelt
© FT 25082013
Een kleine impressie, foto's van Ronald M. Offerman:
Mijn bijdrage, in handschrift het gedicht dat ik schreef voor Jurre & Marjo, vanwege als ook voor hun nieuwe woning.
Elzenhagen
Zoals het stuk grond er doelloos bij lag
onontgonnen trok ik het de huid af
looide tot het zich keerde en leer was
repen scheurde ik sneed er vakken van
stapelde kamers voor bewoning
opende een raam dat de wind brutaal
uit de hand blies ik vroeg aan de lucht
behoedzaam te zijn als in dubbel glas
het besloeg van de tocht mijn ogen
waterdamp ik schreef er een nu in
het waste verleden weg een vroeger
dat al in het wrijven vervormde
zich uitvouwde en in de stenen trok
optrok tot het stond tegenover de doden
het leven van deze dag in dit vertrek
het nieuwe dat zich nestelt
© FT 25082013
Een kleine impressie, foto's van Ronald M. Offerman:
Café Eijlders : Dichters in beeld
Op 1 februari a.s. om 17.30 uur is de opening van de tentoonstelling 'Dichters in Beeld'. 'Dichters in beeld' is een poëtische rondgang langs de (geïllustreerde) teksten van 8 dichters aan de wanden van Café Eijlders. Met: Loes Essen, Kees Godefrooij, Jos van Hest, Simon Mulder, Ronald M Offerman, Martin van de Vijfeijke, Joop Scholten en Frans Terken.
De expositie loopt van 1 februari tot 1 maart 2014.
Café Eijlders
Korte Leidsedwarstraat 47
Amsterdam
De expositie loopt van 1 februari tot 1 maart 2014.
Café Eijlders
Korte Leidsedwarstraat 47
Amsterdam
Van het Oosterdok 2013
Op zaterdag 25 januari 2014 om 15.00 uur was de jaarlijkse editie van het Open Podium in het Theater van ’t Woord waarop de bundel Van het Oosterdok 2013 feestelijk is gepresenteerd. In deze bundel ruim 60 dichters die in de loop van het jaar aan het Open Podium hebben meegewerkt. De redactie van de bundel als altijd in de goede handen van Open Podium gastheer en -vrouwen Jos van Hest, Riet Lamers en Monique Groeneveld. In de bundel is opgenomen de epiloog uit de dichtwisseling met Jolies Heij, 'Zolang het slaapt'.
Voor de wisseling, zie: heen-en-weer-schrijven-met-jolies-heij
Voor de wisseling, zie: heen-en-weer-schrijven-met-jolies-heij
Kunst op Facebook
Op Facebook is een initiatief ontplooid om Kunst ook daar de aandacht te geven die Kunst verdient. Van Jet Crielaard kreeg ik Egon Schiele toegewezen.
Ik koos voor: Standing female nude in a blue robe
Schreef daarbij:
In blauw
Het lichaam staat naar mededogen
laat zien hoe het zich niet geeft
de ruggengraat bewaakt het breekbare
de naakte huid weeft een schild
bewaart onschuld in de lijnen
het geheim dat haar drijft
dat hij inlijft
hult in blauw
© FT 26122013
Ik koos voor: Standing female nude in a blue robe
Schreef daarbij:
In blauw
Het lichaam staat naar mededogen
laat zien hoe het zich niet geeft
de ruggengraat bewaakt het breekbare
de naakte huid weeft een schild
bewaart onschuld in de lijnen
het geheim dat haar drijft
dat hij inlijft
hult in blauw
© FT 26122013
Po-e-zine nummer 6
Begin januari verscheen het Randstad nummer van Po-e-zine, deze keer verzorgd door Menno Olde Riekerink en Vincent Jongman.
In dit nummer van mijn hand:
Hoe wij in de rondte
Je kent van A-wegen de afslag
naar een N-weg om daar te ontnuchteren
van de drukte het rood van achterlichten
hoe ze drijven in de dronken meute van metaal
boven het asfalt wolken snijden
tot een stadswal een rand van aanplant
geplakt tegen meevarend geluid
aan de boorden wacht de oversteek
je telt voorbijgangers tot het sein op veilig
zie ze raam aan raam geschakeld staan
er is geen houden aan een thuis
waar je vanuit volle straat binnenvalt
hangt alles aan een klare hemel
dat je niet in wirwar en gewoel verdwaalt
© FT 16122013
Lees Po-e-zine nr 6 hier .
In dit nummer van mijn hand:
Hoe wij in de rondte
Je kent van A-wegen de afslag
naar een N-weg om daar te ontnuchteren
van de drukte het rood van achterlichten
hoe ze drijven in de dronken meute van metaal
boven het asfalt wolken snijden
tot een stadswal een rand van aanplant
geplakt tegen meevarend geluid
aan de boorden wacht de oversteek
je telt voorbijgangers tot het sein op veilig
zie ze raam aan raam geschakeld staan
er is geen houden aan een thuis
waar je vanuit volle straat binnenvalt
hangt alles aan een klare hemel
dat je niet in wirwar en gewoel verdwaalt
© FT 16122013
Lees Po-e-zine nr 6 hier .
Abonneren op:
Posts (Atom)