Voedsel voor de vogels


Niet het vuil ‘s ochtends buiten gezet
ik wroet erin zoek naar eetbare restanten
pluis ze uit op wat ik niet vertrouw
en zet dat op kweek

kneed de snippers in een schaal
tot het kleine oogjes zijn
krab de schimmel van de korsten
het looit mijn vingers mijn dichtershuid

zo wil ik mijn lichaam geven
aan de zwerver die wolken temt
aan de vogels voor hun nesten
zij pikken genadeloos van mijn hart

breng ik dagelijks de jongen groot
voer hoop in onzeker leven


29042012
ook te lezen op Pomgedichten: Waar zijn dichters eigenlijk voor?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten