Van poëzie krijg je nooit genoeg:
Genoeg
wilde ik zeggen wat op mijn hart
stokte het in de keel
hoe we die nacht elkaar zochten
de warmte van adem
waarmee we licht maakten
in elkaars schaduw het vocht likten
je handen ten hemel toen ik niet
bleef hangen in wat we gehad
er hing nog een woord in de lucht
ik zag hoe het naar jou zweefde
liet jij het vallen
wilde niet gevangen in vaarwel
© FT 11112017
Lees de bijdrage en het commentaar op
Pomgedichten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten